maandag 26 september 2016

25 september 2016

Het floepte er zomaar uit. Een verzorgende had eigenlijk een afspraak ergens anders in het huis, maar ze werd opgehouden door een zorgvraag van mij. Toen ze eindelijk op het punt stond om weg te gaan, zei ik te vlot, heb je je bezemsteel wel bij je, dan ben je er zo. Ze komt af en toe als een kruidenvrouwtje op mij over. Gelukkig pakte ze het goed op en speelde het spelletje mee. Ze vloog op haar bezemsteel mijn kamer uit.
Dat ik zo’n tijd niet geschreven heb komt uiteraard voornamelijk door mijn ziekte. Nolens volens, of je nu wilt of niet, ik ga toch achteruit. Even kort de situatie zoals het er nu voorstaat. Het grootste probleem is de aanhoudende pijn aan mijn stuit. Nu wordt er een verdovend zalfje op gesmeerd. Maar ik moet ondanks de zalf veel op mijn zij liggen. Dan kan ik niets anders doen dan maar gaan slapen. Ik kan wel een ebook op voorlezen aan laten zetten, of een hoorcollege van de Home Academy. Maar dat moet nog even routine worden.
De motoriek van mijn rechterhand wordt minder. Ik kan moeilijker typen, ik gebruik nu een schermtoetsenbord, nu moet ik met de muis de letters aanklikken. Mijn wijsvinger laat het al afweten, mijn middelvinger moet het nu overnemen. Zelfstandig eten en drinken gaat moeizaam. Het is omdat ik persé zelf nog wil eten, want het smaakt me nog goed. Een vork of lepel hanteren gaat al lang niet meer volgens de etiquette. Laat staan het eten met mes en vork. Het is een tweede natuur geworden om langzaam te eten, zodat ik me niet zo snel verslik. Daar hoef ik geen moeite voor te doen, want voordat ik het eten op mijn vork heb, gaat er al een poosje overheen. Ook praten vergt veel energie. Ik heb soms gewoon geen lucht genoeg. Ik zit daarom steeds vaker aan de beademing.
Het was vreselijk jammer dat wij niet bij het optreden van Blue Dew konden zijn. De hospice had alles geregeld, een ambulance, een verpleegkundige, die weet hoe het beademingsapparaat werkt en ook nog een picknickmand. Toen we besloten om alles te annuleren, kwam spontaan in mij op om de picknickmand maar niet af te zeggen, zonder te weten wat ik er mee wilde doen. De oplossing kwam diezelfde middag een verzorgende wilde wel gaan picknicken met mij de volgende dag, in haar vrije tijd. Ik was uiteraard zeer verrast en verheugd.
De volgende middag vroegen wij ons af of wij zelf de picknickmand uit het restaurant moesten halen, of dat het door hen gebracht zou worden. Wij dachten aan het laatste. Vanaf 7.00 uur zou het onze kant op komen, maar om 15.30 uur hadden we nog steeds niets. Dan maar eens richting keuken lopen. Wat bleek, de keuken dacht dat er 19.00 uur was afgesproken. Er is toen nog snel iets bij elkaar gezocht. Met een heuse picknickmand togen wij een half uur later naar buiten. Op het terrasje voor mijn kamer. Ik met bed en beademingsapparaat in de aanslag. De verzorgende had een kleed op de grond naast mijn bed gelegd met een kussentje om op te zitten. We hadden het heel gezellig. Wijn open gemaakt, een rode. Met een glas beklonken wij ons bijzondere picknickfeest. We nipten aan onze wijn, en ik dacht nog, na een paar slokjes zal het vast lekkerder worden. Ik keek opzij en ik wist dat mijn picknickpartner het ook niet echt lekker vond. We keuvelden lekker, we smulden van onze sandwiches en we nipten spaarzaam aan de wijn. Toen we genoeg gegeten hadden, zat er nog driekwart in de wijnfles. Mijn picknickpartner wilde de fles niet meenemen naar huis, dus ik wilde het wel bewaren voor betere tijden.
Dat de betere tijden zich zo snel zouden aandienen was best fijn. Ik vertelde natuurlijk iedereen over de leuke picknick die we hadden gehad en over de ietwat tegenvallende wijn. Dus ik vroeg een verpleegkundige of zij de wijn thuis wilde proeven. De uitslag de volgende dag: wat is die wijn zwaar! Dus het lag niet aan ons, maar de wijn was gewoon zwaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten