De woorden zitten in mijn vingers, iedere letter van een woord was gekoppeld aan een vinger en de lettervolgorde van ieder woord zat ook in mijn spiergeheugen. Nu ik nog maar een paar vingers van mijn rechterhand kan gebruiken, moet ik soms drie keer kijken of ik een woord goed gespeld heb. Zo heb ik dat met het woord volière. Omdat ik uitkijk op een volière. Erg belangrijk dus.
Zo langzamerhand herken ik mensen die dagelijks hun hond uitlaten. Alsof het mijn enige vertier is. Maar als er een hond voorbij komt zie ik dat.
Het was een bijzondere dag. Ik zei al dat de verpleging erg druk in de weer is. ’s Nachts slaap ik met beademing. Dat is met een kap over je neus en mond. Die zit met banden vast achter en rondom je hoofd. Ook overdag maak ik er vaker gebruik van. Vanmiddag wilde ik iets gedaan krijgen, maar ze hadden geen tijd. Dus wilde ik de kap al op. Ik heb een keer ontdekt dat ik mijn bril op kan houden, dan kan ik gewoon doorgaan met waar ik mee bezig ben. Maar nu zat ik niet lekker en ik ging met mijn hoofdsteun van het bed wat platter. Wachten op verlossing van de pijn. En ik viel warempel in slaap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten